Sarah, recent aangekomen in België vanuit Indonesië, zit op café met haar lief. Ze spreekt nog geen Nederlands. Een man vraagt aan haar vriend: “Van waar heb je haar gehaald? Ik ga binnenkort naar de Filipijnen en ik wil er ook zo eentje meenemen." Haar vriend wordt heel boos en zegt: “Kom, we zijn hier weg.”
0 Opmerkingen
Tijdens een Champions League wedstrijd tussen PSG en Basaksehir zegt de vierde ref “die zwarte daar” tegen de assistent-trainer van de Turkse club. De spelers van Basaksehir weigerden om verder te spelen en werden daarbij gesteund door de PSG-spelers. De wedstrijd werd stopgezet. Na een onderzoek van de UEFA werd de scheidsrechter geschorst tot het einde van het seizoen.
Een voetbalspeler met een migratiegeschiedenis van de Belgische eerste klasse wordt tijdens de wedstrijd door supporters racistisch bejegend. Hij ziet ook een supporter een Hitlergroet doen. Dit raakt hem diep, hij barst in tranen uit. Hij spreekt de scheidsrechter erover aan. De medespelers steunen hem daarbij. De scheidsrechter meldt dit aan de wedstrijdverantwoordelijke, die tot het einde van de wedstrijd voor de tribune gaat staan. Achteraf spreekt één van de clubverantwoordelijken met de speler. Hij let erop om een klimaat van vertrouwen te scheppen. Tijdens het gesprek luistert hij naar eerdere ervaringen.
Twee dames met een donkere huidskleur pakken in een kledingwinkel schoenen vast om ze van dichterbij te bekijken. Een witte vrouw zegt tegen haar dochter: “Raak die schoenen niet meer aan, die zijn vuil.” De dames van kleur zijn geschokt. Er ontstaat een ruzie. Het gaat er luid aan toe, er wordt geduwd en getrokken. Mieke ziet het voorval gebeuren en komt, ondanks de onveilige situatie, dichterbij. Ze polst bij de twee dames van kleur naar wat er aan de hand is. De winkelbedienden komen tussen, sturen Mieke weg, en vragen om de ruzie stop te zetten. Achteraf gaat Mieke aan de twee dames zeggen dat ze racistisch gedrag ook niet oké vindt en dat ze begrijpt dat de dames zich verdedigden. Aan de verantwoordelijke achter de kassa legt Mieke uit dat er discriminerende dingen werden gezegd en dat de dames terecht reageerden. Enkele dagen later bespreekt Mieke het voorval ook met collega’s en vrienden. Ze denken samen na over hoe Mieke nog beter kan reageren in een dergelijke situatie.
Tijdens een klasgesprek over migratie en integratie zegt Ludmilla dat zij migratie als iets goeds ziet. Ze probeert de beweegreden toe te lichten vanuit haar eigen ervaring aangezien ze zelf vanuit Bulgarije komt. Ze geeft ook aan dat het beeld van de luie migrant niet altijd klopt, integendeel zelfs. Jan reageert hierop en zegt: “Spreek eerst deftig Nederlands.” Hij ziet niet echt de voordelen van migratie. Een van de klasgenoten reageert hierop en zegt dat deze reactie ongepast is en kwetsend kan overkomen. Enkele andere klasgenoten sluiten hier volmondig bij aan. Kort daarop gaat de bel waardoor er geen verdere aandacht aan het voorval wordt besteed.
Een vriend zegt tegen Astrid, 21 jaar, van Vlaams-Taiwanese afkomst: "Je bent zo mooi, zo exotisch." Astrid: Ik heb al gemerkt dat ik het meest positieve effect heb als ik daar heel rustig op reageer: “Dit is wat er scheelt met je opmerking. Ik weet dat je geen slecht persoon bent, maar wil je daarop letten?” Als iemand wil tussenkomen bij een racistisch voorval, zou het goed zijn dat iemand eerst naar mij kijkt. Niet om te wachten tot ik iets zeg, maar om eerst te voelen of ik mij ongemakkelijk voel bij die opmerking. Als dit het geval is, zou ik het tof vinden dat hij of zij kort zegt: "Dat zeg je niet!" Ik denk ook dat ik zou appreciëren als één van mijn vrienden zou zeggen “Ja, ze is sowieso wel mooi.” INTERESSANT Impact op de vriend Door rustig te blijven, uitleg te geven en ook te benadrukken dat de ander geen slecht persoon is, stijgt de kans dat de vriend zijn houding duurzaam verandert. Racisme is geen kwestie van goede en slechte mensen, maar van gepast en ongepast gedrag. Zie de bondgenotenstrategie. Zelfzorg Rustig reageren vraagt energie, maar zorgt er mogelijks wel voor dat er geen bijkomende kwetsuren komen. Steun voor Astrid Door haar even aan te kijken, vermijden omstaanders om als witte redder op te treden en het probleem mogelijk nog groter te maken. Tegelijk moet er niet te veel schroom zijn om iets te proberen: tussenkomen is belangrijk. Als doelwit reageren is immers niet gemakkelijk. Graciela, Indonesische roots: In de lagere school was ik de enige met een donkere huidskleur. Een klasgenote, die de leidster van de klas was, had het op mij gemunt. Dat ging van scheldwoorden tot fysiek geweld. De juf zei daarop dat ik "gewoon" moest doen. Na 5 jaar was voor mij de emmer vol. Ik heb toen de leidster van de groep in de bezemkast opgesloten. Daarna heeft ze me nooit meer lastiggevallen. Noot: het gebeurt soms dat mensen die racistisch bejegend worden, heftig reageren, tot geweld toe. Geweld is nooit een oplossing. Het is dus nodig grenzen te stellen aan wat toelaatbaar is. Dit dient echter best hand in hand te gaan met aandacht - en bijhorende sancties - voor de aanleiding (racisme). Racisme is ook een vorm van geweld. We kunnen ook aandachtig zijn voor het verschil tussen luid of boos reageren op racisme, en gewelddadig zijn. Vaak worden doelwitten van racisme namelijk als "gewelddadig" geframed, vanaf dat ze de stem wat verheffen, en op die manier worden ze monddood gemaakt.
Fatima Zohra: tijdens de lerarenopleiding ging ik tijdens een stage mee naar Engeland met een klas. In het vijfde of zesde was er Abdulaye, een zwarte jongen, die de sfeermaker was in de klas. In de bus noemde iedereen hem choco. Ik zag duidelijk aan zijn gezicht dat het hem raakte. Ik ging naar die jongen toe. - Fatima Zohra: "Ik vind dat dit niet kan." - Abdulaye: "Dat doen ze al jaren." - Fatima Zohra: "Dat ze dat al jaren doen, doet er niet toe, je noemt niemand zo. Kom, ik vind dat we daar iets rond moeten doen." - Abdulaye: "Nee, zeker niet!" Ik hield er rekening mee dat Abdulaye liever niets deed, en liet de situatie los.
Een klasgenoot neemt Sarah’s hand vast, begint te wrijven en zegt: ‘“De kleur gaat niet weg, het is vuil.” Een vriendin reageert meteen: “Dat doe je niet!”
Khalid: Toen ik op school zat, maakte een leerling in de klas vaak racistische opmerkingen. De overgrote meerderheid reageerde niet. Eén persoon reageerde wel en zei: “Allez, dat is belachelijk, zo praat je niet, zoiets zeg je niet, dat is niet correct, niet oké." Hij slaagde er zo in de andere persoon stil te krijgen.
In het eerste middelbaar viseerde een groep jongeren Zhong vaak. Ze riepen scheldwoorden over zijn Chinees uiterlijk. Zhong: "Een heel goede vriend nam het dan altijd voor mij op. Verbaal was hij zeer sterk."
Maaike, is zelf wit: Als mensen in mijn bijzijn het n-woord gebruiken, zeg ik altijd: “Kijk, ik vind dat dit niet kan.” Ik probeer uit te leggen waarom dat woord beter niet gebruikt wordt. Ik zeg dat het woord kwetsend is omdat het eeuwenlang als belediging gebruikt werd om zwarte slaven te benoemen. Ik vind dat erg belangrijk.
Bouchra is van Marokkaanse afkomst. Een collega spreekt haar aan over een andere collega met migratieachtergrond en benoemt deze met: “Die bruine...”. Bouchra* reageert: “Die bruine? Wie bedoel je precies? Ah je bedoelt Sarah. Weet je, ik ben zelf ook bruin.”
Enkele jongeren met een donkere huidskleur stappen op de trein. Twee Securail-agenten stappen net achter hen op. De jongeren stappen door de trein om een zitplaats te vinden. De Securail-agenten volgen ze en vragen hun vervoersbewijs. Ze tonen hun ticket. Frederik, witte jongen, is verbaasd dat hij niet wordt gecontroleerd. Hij spreekt de agenten aan: “Hier is mijn vervoersbewijs. Mag ik u iets vragen? Ik zie dat u deze jongeren controleert, maar mij niet. Is daar een reden voor?” Er volgt een defensief gesprek. Frederik gaat zitten en voert een gesprek met een medepassagier over etnisch profileren. Wanneer hij de twee Securail-agenten even later opnieuw ziet passeren, gaat hij opnieuw in gesprek. - Het was raar voor mij om te zien dat u hen controleerde en mij niet. Ik stap door de trein, zij ook. Was daar een reden voor, dat u hen wel controleerde?" - U weet niet wat wij allemaal meemaken in de trein!! - Uw job is geen gemakkelijke job, daar bestaat geen twijfel over. Tegelijk vraag ik me af hoe jullie kiezen wie jullie controleren. - Wanneer iets verdacht is, controleren wij. - Zijn er soms criteria om te bepalen wat verdacht is? - Dat bepalen we zelf. Frederik probeert de jongeren achteraf aan te spreken om te horen hoe ze dit ervaren hebben, maar het lukt niet om een gemeenschappelijke taal te vinden.
verhaal herwerken + beeld aanpassen Kyona: "We waren aan het verhuizen. Plots zie ik mijn papa over de motorkap liggen, en een politieagent houdt een dienstwapen tegen zijn voorhoofd. Die politieagent, die niet eens in dienst was, vroeg zijn identiteitskaart. Mijn vader deed teken dat die in zijn binnenzak zat, maar hij moest een beweging maken om ze eruit te kunnen halen. De politieagent schreeuwde en gebruikte fysiek geweld. Gelukkig belde een omstaander de politie. Een andere politieagent kwam hierdoor ter plaatse en bracht z'n collega tot bedaren."
Kyona zit in de auto en wordt plots langs achter aangereden. Omstaanders zien dat ze absoluut niet in fout is. Wanneer de politie aankomt, stelt één van de omstaanders echter dat het wel haar fout was. Er zijn twee politieagenten: een Vlaming en een man met Aziatische roots. De politieagent met Aziatische roots komt naar Kyona toe en zegt: “Het spijt me heel erg. Ik weet dat hier iets gaande is dat niet klopt, dat niet rechtvaardig is, maar ik kan niets doen.”
Een dame die naar de pedicure van een gemeenschapscentrum komt, maakt zich boos en scheldt twee onthaalmedewerksters met hoofddoek uit. Ze had gebeld naar het centrum en blijkbaar nam niemand op. Ze zegt onder meer: "Ga terug naar jullie land". Het bestuur wordt verwittigd, ook de centrumleider van het dienstencentrum die de pedicure organiseerde. Er komt een gesprek met de dame. Er geldt nultolerantie voor racisme in het gemeenschapscentrum.
Fatima Zohra: Ik was op de bus in Antwerpen. De chauffeur vertrok op tijd, maar zag na enkele meters dat een man achter de bus rende. Hij stopte en liet die man opstappen. De man begon heel racistisch tegen de chauffeur te spreken. De chauffeur was van Marokkaanse afkomst. De volgende halte stapte de agressor zelfs uit met een bedreiging: “Ik zal hier een zaak van maken.” Iedereen was alert. Ik ging direct naar de chauffeur toe om hem te steunen. Verschillende mensen zeiden dat ze hier wel getuige van wilden zijn.
Faiza stapt de trein op om naar het werk te gaan. "Vuile mensen, ga ergens anders zitten" krijgt ze naar het hoofd geslingerd door de enige passagier in de wagon. En daar blijft het niet bij ... Werken op de trein zou er in die omstandigheden niet inzitten. Dan maar naar een andere wagon? Nee, Faiza beslist om dit niet zoals zo vaak weg te relativeren. Want nee, die vrouw heeft niet gedronken en er schort niets met haar. Het is overduidelijk racistisch gedrag. Faiza keert terug, filmend naar de grond, en reageert met trillende stem: “ik mag zitten waar ik wil!”. Ze neemt plaats en doet alsof ze aan het werk is, maar zich concentreren is in die omstandigheden natuurlijk moeilijk. “Mevrouw vindt dat ik niet hier mag zitten” richt Faiza zich tot de passerende treinconducteur. Zijn reactie naar de vrouw is heel helder: stoppen met het racistische gedrag of eruit bij de volgende halte. Straf, want vele mensen zouden het voorval zouden relativeren. Dat deed deugd. Faiza twijfelt of ze het filmpje op sociale media zou delen. Dit toonde namelijk een kwetsbare kant van mezelf. Ik toonde het filmpje uiteindelijk aan mijn zus en een collega. Ze waren helemaal in shock. “Post dat maar”, zeggen een collega en haar zus geshockeerd. Faiza plaatste het, maar niet openbaar, slechts voor een beperkte groep en kreeg heel veel steunbetuigingen.
Twee dames van kleur stappen naar de halte waar de bus staat. De chauffeur wacht tot de vrouwen net bij de deur staan, sluit vervolgens zijn deuren en rijdt door. Al schertsend zegt hij tegen een paar passagiers: “Ja, die mensen hebben toch tijd, hé.” Marc heeft het voorval gezien. Hij stapt de volgende halte af -hoewel het niet zijn eindbestemming is- en roept boos: “Met zo’n racistische chauffeur wil ik niet meerijden!”
Faiza: De secretariaatsmedewerker die mijn verblijfsvergunning vroeg, verontschuldigde zich uiteindelijk bij mijn leidinggevende, maar zelf kreeg ik geen reactie van haar. Een andere collega kreeg wel een verontschuldigende reactie, namelijk: "Het was niet zo bedoeld." Ik werd furieus. Dit was een kantelpunt voor mij. Ik besloot om dit niet te laten passeren. Ik bereidde een lange mail voor naar deze medewerker, met de directeur en mijn leidinggevende in cc, waarin ik onder meer schreef: “Ik snap de reactie, maar dit kan niet. Zeker gezien het diversiteitsbeleid dat hier van kracht is. Ik wil vermijden dat dit voor andere mensen gebeurt.” Voordat ik de mail opgestuurd had, was mijn directeur in de pen gekropen, met de duidelijke boodschap dat dit niet opnieuw kon gebeuren. Hij stond hoger dan mij in de hiërarchie. Als doelwit heb je minder impact. Maar ik ging er toch nog verder mee door. Ik kende mensen van de cel diversiteit en sprak hen erover aan.
|
Omwille van privacyredenen hebben we de namen van de betrokkenen gewijzigd. mAAKTE JIJ
|