Amadou en Hicham zitten in dezelfde klas. Ze zijn de enigste leerlingen van kleur op school. Tijdens een schoolreis krijgen ze herhaaldelijk kwetsende opmerkingen over hun huidskleur vanwege leerlingen van andere klassen. Bij het begin van een spel tussen alle klassen, gaan alle klasgenoten van Hicham en Amadou op de grond zitten. De klas weigert om mee te doen met het spel tot de situatie opgelost wordt. Uiteindelijk komt er een gesprek met de plegers. Daarna neemt iedereen aan het spel deel. Er zijn geen nieuwe voorvallen.
0 Opmerkingen
Soetkin: In het zesde middelbaar was ik de enige leerling met een migratiegeschiedenis in mijn klas. Ik was als enige geslaagd op een toets voor het vak Nederlands, met een 17,5/20. Mijn leerkracht klaagde over het feit dat niemand voor de toets geleerd had en ze zeer teleurgesteld was. Toen kwam ze naar mij om mijn toets af te geven. Zonder enige glimlach of felicitaties zei ze dat ze verbaasd was dat ik geslaagd was, ondanks mijn migratieachtergrond. Terwijl ik in België geboren ben en al sinds het tweede leerjaar vloeiend Nederlands spreek, vloeiender dan mijn moedertaal Frans. Ik was zo geschokt en verdrietig dat ik gewoon de klas verliet zodra de bel ging. Ik heb het later aan mijn mama verteld. Ze stelde mij gerust dat ze trots was op mij en zei dat er overal zo'n mensen zijn. Die uitspraak was doorheen het jaar één van mijn motivaties om mijn diploma te halen en te bewijzen dat ik nog meer kan ondanks mijn "achtergrond".
Faiza: Ooit ging ik op mijn werk naar de personeelsdienst voor het ondertekenen van een nieuw contract. Ik vond het lokaal niet meteen. Een heel lieve dame vroeg me: "Komt u een contract ondertekenen als administratief of technisch personeel?" Ik werd er even stil van, want ik ben een denker, ik stond even perplex. Ik antwoordde uiteindelijk: “Ik kom hier inderdaad een contract ondertekenen, maar dan als diensthoofd.”
Jinte, Belgisch-Indonesische roots: Ik was op een terras met een vriendin. Plots zegt ze: “Ik stem voor een extreemrechtse partij.” Ik schrok me een hoedje, maar stelde haar vragen en bleef doorvragen. Ik wou horen wat maakte dat ze dit zei. Ze was blijkbaar over veel zaken gefrustreerd en vond zich niet meer terug in wat andere partijen voorstelden. Toen het gesprek al wat gevorderd was, maakte ik het wat persoonlijker: “Dat doet iets met mij, dat je dit zegt.” Ik merkte dat mijn vriendin begon na te denken. Ze zei: “Oei, ik wou jou niet kwetsen.”
Een voetbalspeler met een migratiegeschiedenis van de Belgische eerste klasse wordt tijdens de wedstrijd door supporters racistisch bejegend. Hij ziet ook een supporter een Hitlergroet doen. Dit raakt hem diep, hij barst in tranen uit. Hij spreekt de scheidsrechter erover aan. De medespelers steunen hem daarbij. De scheidsrechter meldt dit aan de wedstrijdverantwoordelijke, die tot het einde van de wedstrijd voor de tribune gaat staan. Achteraf spreekt één van de clubverantwoordelijken met de speler. Hij let erop om een klimaat van vertrouwen te scheppen. Tijdens het gesprek luistert hij naar eerdere ervaringen.
In de eerste klasse, roept een supporter “vuile zwarte” naar een speler met een donkere huidskleur. De speler doet gewoon verder en laat de supporter roepen. “Die gaat me niet uit mijn concentratie halen”, denkt hij.
Kyona bestelt bij de bakker hetzelfde brood als de vorige klant. Ze hoorde hoeveel de klant betaalde en schrikt: plots is de prijs dubbel zo hoog. Kyona: "Dat brood kost toch 2 euro?" Bakker: "Nee, nee, 4 euro is de prijs." Kyona vertrekt uit de bakkerij en koopt er niets.
Een vriend zegt tegen Astrid, 21 jaar, van Vlaams-Taiwanese afkomst: "Je bent zo mooi, zo exotisch." Astrid: Ik heb al gemerkt dat ik het meest positieve effect heb als ik daar heel rustig op reageer: “Dit is wat er scheelt met je opmerking. Ik weet dat je geen slecht persoon bent, maar wil je daarop letten?” Als iemand wil tussenkomen bij een racistisch voorval, zou het goed zijn dat iemand eerst naar mij kijkt. Niet om te wachten tot ik iets zeg, maar om eerst te voelen of ik mij ongemakkelijk voel bij die opmerking. Als dit het geval is, zou ik het tof vinden dat hij of zij kort zegt: "Dat zeg je niet!" Ik denk ook dat ik zou appreciëren als één van mijn vrienden zou zeggen “Ja, ze is sowieso wel mooi.” INTERESSANT Impact op de vriend Door rustig te blijven, uitleg te geven en ook te benadrukken dat de ander geen slecht persoon is, stijgt de kans dat de vriend zijn houding duurzaam verandert. Racisme is geen kwestie van goede en slechte mensen, maar van gepast en ongepast gedrag. Zie de bondgenotenstrategie. Zelfzorg Rustig reageren vraagt energie, maar zorgt er mogelijks wel voor dat er geen bijkomende kwetsuren komen. Steun voor Astrid Door haar even aan te kijken, vermijden omstaanders om als witte redder op te treden en het probleem mogelijk nog groter te maken. Tegelijk moet er niet te veel schroom zijn om iets te proberen: tussenkomen is belangrijk. Als doelwit reageren is immers niet gemakkelijk. Graciela, Indonesische roots: In de lagere school was ik de enige met een donkere huidskleur. Een klasgenote, die de leidster van de klas was, had het op mij gemunt. Dat ging van scheldwoorden tot fysiek geweld. De juf zei daarop dat ik "gewoon" moest doen. Na 5 jaar was voor mij de emmer vol. Ik heb toen de leidster van de groep in de bezemkast opgesloten. Daarna heeft ze me nooit meer lastiggevallen. Noot: het gebeurt soms dat mensen die racistisch bejegend worden, heftig reageren, tot geweld toe. Geweld is nooit een oplossing. Het is dus nodig grenzen te stellen aan wat toelaatbaar is. Dit dient echter best hand in hand te gaan met aandacht - en bijhorende sancties - voor de aanleiding (racisme). Racisme is ook een vorm van geweld. We kunnen ook aandachtig zijn voor het verschil tussen luid of boos reageren op racisme, en gewelddadig zijn. Vaak worden doelwitten van racisme namelijk als "gewelddadig" geframed, vanaf dat ze de stem wat verheffen, en op die manier worden ze monddood gemaakt.
Joël, Belgisch-Congolese roots: Samen met enkele vrienden met migratieroots ging ik naar een event. Plots komt een man die een van mijn vrienden goed kent. Uit het niets vraagt hij aan mijn vriend: “Spreken die vrienden van u ook Nederlands?" Ik antwoordde zelf, in het Frans. Zo hoorde die man dat ik Nederlands versta en ook Frans spreek. De man was uit zijn lood geslagen. Joël gaat meestal om met micro-agressies door humor te gebruiken.
"Amai, jij spreekt mooi Nederlands." Jinte, van Belgisch-Indonesische afkomst, woont 40 jaar in België. Ze reageert op deze uitspraak verschillend, afhankelijk van hoe ze zich voelt of hoe goed ze de persoon kent. Ze antwoordt met: "Merci" of “Beter dan jou denk ik.” of “Ja, en ik eet ook graag frietjes en drink heel graag bier.”
"Amai, je spreekt mooi Nederlands". Moussa, geboren in België, antwoordt hierop meestal: “Dank je wel, jij ook." Soms zegt hij ook: "Ja, even goed als jij.”
Wanneer Quon rondbelt om een appartement te vinden, zegt hij pas achteraf zijn naam. Hij zegt dan meestal: “Je gaat misschien even schrikken, maar ik heb een vreemde naam, Quon, ik ben van Chinese afkomst”.
Sarah Saputra, van Indonesische afkomst, belt om een appartement te kunnen bezoeken. Het appartement is niet meer beschikbaar. Ze laat haar vriend Wim Verlinden, een witte man zonder migratieachtergrond, even later ook bellen. Hij mag wel op bezoek komen.
Jinte, van Belgisch-Indonesische afkomst en al 40 jaar in België, maakt vaak mee dat mensen haar vragen waar ze "écht" vandaan komt. Jinte: Mijn antwoord hangt af van de situatie. Ken ik de persoon niet, dan wil ik geen hele uitleg geven en antwoord ik simpel: “Ik kom van België. Ik woon in België.” Als ik de persoon een beetje ken, leg ik soms uit dat ik in Indonesië geboren ben, en naar België ben gekomen toen ik drie was. Soms ben ik cynisch en dan antwoord ik: “Van een andere planeet.”
"Waar kom je vandaan?", zegt Tom tegen Safia. De 24-jarige Belgische met hoofddoek en Marokkaanse roots krijgt tot vervelens toe die vraag. Haar antwoord? “Ik kom uit België. Zowel mijn ouders en ik zijn hier geboren. En jij? Of bedoel je mijn roots? Marokko dan.” Safia: “Als we elkaar al wat beter kennen, heb ik er zelf geen groot probleem mee dat mensen dit vragen. Ik vind het dan wel belangrijk om hen duidelijk te maken dat ik ook gewoon Belgisch ben. Een Belgische met een migratieachtergrond. De manier waarop de vraag gesteld wordt maakt een verschil."
Faiza: "Ik word vaak aangestaard omwille van mijn hoofddoek. Vroeger, wanneer dit gebeurde met mijn jongere zussen erbij, zei ik tegen hen dat dat was omdat we zo’n mooie meisjes zijn, als kwinkslag. Nu zie ik dat als een vorm van negeren. Ik heb geleerd om er iets mee te doen. "
ls tegen Kyona, in een refter: "Je vindt het toch ook niet erg als ik tegen jou ‘gele’ zeg en jij tegen mij ‘witte’?” Kyona: “Jawel, ik zou me daar wel aan storen , ik heb een naam zoals jij ook een naam hebt. Ik spreek jou met jouw naam aan. Ik zou graag hebben dat je mij ook met mijn naam aanspreekt.”
Bouchra is van Marokkaanse afkomst. Een collega spreekt haar aan over een andere collega met migratieachtergrond en benoemt deze met: “Die bruine...”. Bouchra* reageert: “Die bruine? Wie bedoel je precies? Ah je bedoelt Sarah. Weet je, ik ben zelf ook bruin.”
Faiza, draagt een hoofddoek: "Mijn leidinggevende is beetje per beetje geëvolueerd in haar bewustzijn rond racisme. In het begin zei ze soms nog dat een racistisch voorval niet zo bedoeld was. Door gewoon vaak met me te wandelen, besefte ze hoe mensen naar mij kijken. Ook de racistische ervaringen die ik af en toe met haar deel, hebben haar stappen doen zetten. Nu kan ik bij haar terecht wanneer ik racisme meemaak. Het helpt soms om ervaringen te delen met collega’s, want ze beseffen vaak niet wat dit met me doet."
Salma, 24 jaar, draagt een hoofddoek: Ik probeer persoonlijke ervaringen van racisme aan te halen die duidelijk maken dat ik niet zomaar ‘overdrijf’. Ik doe dit geleidelijk aan, terwijl ik de persoon beter leer kennen. Ik weet namelijk dat niet iedereen op deze verhalen staat te wachten. Vaak schrikken mensen en geven ze aan dat ze niet wisten dat het nog steeds zo erg kan zijn.”
Faiza: Wanneer ik iets racistisch meemaak, stel ik me eerst de vraag of het de moeite is dat ik reageer of niet? Ga ik de wereld erdoor veranderen? Als het antwoord nee is, dan ga ik gewoon naar huis, en hou me bezig met mijn gezin. Dit is ook een positie innemen. Ik probeer me dan niet schuldig te voelen. Het is niet je plicht om telkens uitleg te geven over racisme. Voor de toehoorders is het misschien een leuk debat, maar voor mij is het geen eenmalig gesprek, maar "het leven". Het is oké om nee te zeggen." Soumaya, 23 jaar: Ik merk dat ik racisme soms negeer. Dit is een soort van beschermingsmechanisme. Ook al doet het pijn, ik probeer mezelf soms bijna wijs te maken dat het niet zo erg was en dat er altijd wel zure mensen zullen zijn. Ik kan mij er dan een hele dag slecht door voelen, maar ik minimaliseer het vaak in mijn hoofd. Ik denk dan dat ik het me er best niets van aantrek. Daarom reageer ik vaak ook niet. Ik besef dat sommige mensen hun gedachten nooit zullen veranderen en wil er dan ook niet te veel energie in steken. Er zijn nu eenmaal mensen die jammer genoeg nooit willen inzien dat ze fouten maken.
Hoe kunnen doelwitten veerkracht opbouwen, zodat racistische ervaringen minder impact hebben? Ibrahim, 34 jaar: "Wat mij altijd helpt, is dergelijke situaties te verwachten. Als je het verwacht, bereid je je erop voor. Dit vergroot je gevoel van controle. Tegen mijn jongere broer zei ik vaak: 'Je zult er mee moeten leren leven. Hoe meer je je het aantrekt, hoe meer pijn je zult voelen. De supporters gaan roepen, maar laat het je niet storen.'"
Kawtar: "Mijn gezin en ik hadden net heel ernstig racistisch incident meegemaakt. Het had me heel erg geraakt. Toen greep ik plots naar de pen. Ik schreef een tekst, die uiteindelijk onder een alias online gepubliceerd werd. Dit was een belangrijk moment voor mij in de verwerking van dit incident."
Huang is stewardess. Ze is dus beroepshalve vaak in het buitenland. Ze krijgt telefoon van de Federale Luchtvaartpolitie in het kader van een officiële badge die elke werknemer moet laten vernieuwen. Politieagent: “Ben jij al lang in 't land?” Huang: “Een paar dagen. Maar ik versta de vraag niet goed, wat bedoelt u?” Politieagent: “Je verstaat dus niet goed Nederlands. Waar ben je geboren misschien?" Huang: "In Oostende" Politieagent: "Ah, je bent hier geboren, daarmee dat je Nederlands zo goed is. En wat spreken je ouders thuis? En wat spreekt pa? En ma? En hoe spreken ze tegen elkaar en tegen jou? Huang meldde dit voorval aan haar werkgever. Er is echter geen gevolg aan gegeven.
|
Omwille van privacyredenen hebben we de namen van de betrokkenen gewijzigd. mAAKTE JIJ
|